Leestijd: 6 minuten
Het verschil tussen rijk en arm gaat niet alleen over geld, maar ook over hoop. Wie hoopvol is, kan na een slechte dag weer denken aan een nieuwe dag met nieuwe kansen. Wie hooploos is, ervaart het hele leven als zo’n slechte dag – waar alles te snel komt, te veel is en geen ruimte laat om aan een toekomst te denken.
De werelden van de hoopvollen en de hooplozen lopen vaak bijna onzichtbaar door elkaar. Je kunt hun grenzen oversteken zonder het te weten. Soms doe je daar vijftien minuten over, en verandert de omgeving geleidelijk. Soms ligt zo’n grens tussen jouw voordeur en die van de buurvrouw.
Deze serie laat routes van hoopvol naar hooploos zien. In deze blog deel ik over het ontstaan van de serie en vertel ik iets over de tot nu toe gemaakte routes.
Het ontstaan van de serie
Verschillende dingen inspireerden me tot het maken van deze serie. De belangrijkste factor is Tim ‘S Jongers, politicoloog, publicist en directeur van de Wiardi Beckmanstichting. Tijdens een bijeenkomst toonde hij een Google Maps-screenshot van de route tussen de universiteit waar hij studeerde en de daklozenopvang waar hij ‘s nachts werkte. Die rit omschreef hij als de route tussen de wereld van de hoopvollen en de hooplozen. De lijn viel me op en inspireerde me om meer van deze routes te bedenken en te schilderen – en zo geschiedde. Inmiddels heb ik meer dan tien routes geschilderd en groeit de serie langzaam door. Het zal voor zich spreken hoe ik op de titel ben gekomen, denk ik zo.
Kloofdichters
Als je meer wilt weten over de definities van ‘hoopvol’ en ‘hooploos’ (niet hopeloos dus) en de kloof daartussen, raad ik je sterk aan de Tegenlicht-aflevering ‘De kloofdichters’ te bekijken. Deze aflevering laat verschillende kloofdichters zien, waaronder bovengenoemde Tim ‘S Jongers. De aflevering is gericht aan de hoopvollen onder ons (en als je dit leest, ben je waarschijnlijk zo iemand) en laat zien hoe hooplozen hoop kan worden geboden en hoe de kloof kan worden gedicht.
Thuis – Inloop, Utrecht (links)
Dit was de eerste route die ik schilderde; een route die ik zelf regelmatig fiets. Het is de fietstocht van mijn huis naar de inloop voor dak- en thuisloze mensen, een plek waar ik vrijwilligerswerk doe. Binnen tien minuten fietsen bevind ik me tussen een hele hoop mensen met heel andere kansen dan ik.
Schokkend feit: mensen die dakloos zijn, sterven tussen de tien en dertig jaar eerder dan de gemiddelde Nederlander, zo blijkt uit onderzoek van Hanna Klop. Zij promoveerde op een onderzoek naar de situatie waarin dakloze mensen komen te overlijden.
Tweede Kamer – Moerwijk, Den Haag
In de Tweede Kamer denken goedbetaalde politici na over het beleid dat de overheid moet voeren. Elf minuten autorijden verderop woont een deel van mensen die het meest van dat beleid afhankelijk zijn. Het Haagse Moerwijk is één van de armste wijken van Nederland.
Hoopvol en hooploos, invloedrijk en afhankelijk, elf minuten bij elkaar vandaan. Kennen ze elkaar? Ontmoet de een de ander echt? Kunnen de hoopvollen wel weten wat die andere wereld nodig heeft?
Vrije school – Park Lepelenburg, Utrecht (links)
Een tijdje terug was ik bij een Vrije School in hartje Utrecht. Er was een speciale markt voor ouders (of vrienden – zoals ik) van de schoolgaande kinderen. Het gemiddelde publiek? Wit, rijk, hoog opgeleid en, denk ik, hoopvol. Om de hoek van deze school ligt park Lepelenburg, een plek waar veel dakloze mensen overnachten en hun tijd doorbrengen.
Twee minuten lopen, een wereld van verschil.
Wittevrouwen – Overvecht, Utrecht
Van Wittevrouwen naar Overvecht, een rijke en een arme wijk in Utrecht. In slecht acht minuten autorijden of 15 minuten fietsen rijd je bijna ongemerkt onderdoor een harde grens: de spoorlijn.
Aan de ene kant leven de inwoners van Overvecht gemiddeld zeven jaar korter en gemiddeld 15 jaar minder lang in goede gezondheid dan de inwoners van Wittevrouwen, aan de andere kant van het spoor.
GGZ-kantoor – Woning cliënt, Zeeland (links)
Voor deze serie vroeg ik ook waar anderen die werelden van verschil opmerken. Eén van de mensen die reageerden was Judith*, hulpverlener bij de GGZ in Zeeland. Zij steekt zo’n grens over als ze van het GGZ-kantoor naar het appartementencomplex van haar cliënten loopt. Binnen één minuut bevind ze zich in de wereld van hooplozen.
Waar Judith en de organisatie volop bezig zijn met de toekomst en het toewerken naar allerlei doelen, zijn haar cliënten bezig met heel andere dingen. Voor hen is de toekomst eerder iets bedreigends, iets onzekers. Veel van haar cliënten leven van een uitkering. Zelf heeft ze meer te besteden, wat niet alleen betekent dat ze minder geldstress heeft, maar ook meer zekerheid voor de toekomst. Daarnaast heeft zij een netwerk, terwijl haar cliënten vaak alleen zijn. “Al die factoren hebben vaak invloed op een stukje levensvreugde en beïnvloeden je ‘hoop’”, ziet Judith.
Buurvrouw – Buurvrouw, Zwolle
Ook Anne-Roos* reageerde op mijn oproep. Ze is halverwege de twintig, hoogopgeleid, sinds kort huiseigenaar en iemand die onmiskenbaar tot de hoopvollen behoort – in tegenstelling tot haar buurvrouw, die in de schuldsanering zit en samen met haar dochter in een stapelbed slaapt.
Anne-Roos hoeft de voordeur maar open te doen en ze steekt de grens over naar een wereld met heel andere kansen en toekomstperspectieven.
Waardoor hoort Anne-Roos bij de hoopvollen? “Deels omdat ik hoogopgeleid ben,” zegt ze zelf, “maar nog meer vanwege mijn netwerk. Ik kan financieel terugvallen op mijn ouders als dat nodig is. Ook voor veel advies weet ik dat ik op hen kan vertrouwen. Hetzelfde geldt voor mijn vrienden. Ik durf te zeggen dat ik erop kan vertrouwen dat mijn netwerk voor mij zal zorgen als mij/ons dat zelf niet meer lukt. Verder woon ik samen en ben ik getrouwd, wat in veel gevallen financieel heel veel oplevert ten opzicht van iemand die alleenstaand is.”
Hoewel haar baan niet zeker is en er in haar sector nauwelijks werk is, zal ze bij verlies van werk alsnog nog tot de hoopvollen behoren, denkt Anne-Roos. “Niet alleen omdat ik een partner heb die wel werkt, ook omdat ik in staat ben om alle moeilijke bureaucratie en taal rondom toeslagen en uitkeringen te begrijpen. Daarmee kan ik voorkomen dat ik iets krijg waarop ik geen recht heb en vervolgens in de schulden beland, bijvoorbeeld. Het voelt gek om dat over mijzelf te zeggen, maar ik denk wel dat ik daarin een groot voordeel heb ten opzichte van mensen die minder geletterd zijn.”
*Dit is een gefingeerde naam; in verband met privacy zijn ook de precieze plaatsnamen weggelaten.
(Tekst gaat onder de foto’s verder)
Zelf routes aandragen
Waar zie jij routes tussen de werelden van hoopvollen en hooplozen? Laat het me vooral weten; ik schilder ze graag!
–
Wil je op de hoogte blijven van wat ik doe? Volg me op Instagram en LinkedIn of schrijf je in voor mijn nieuwsbrief!
Daisy, wat een treffende serie weer en wat waardevol om hier bij stil te staan. Dankjewel. Cora
Wat leuk om te horen, Cora! Dank!