Leestijd: 10 minuten
Toen ik mijn derde atelier voor het eerst zag, was ik meteen verliefd. Het is groot, heeft veel ramen en is ontzettend geschikt om een expositie te houden. Dat laatste zag ik al helemaal gebeuren, en hoewel ik wist dat ik deze ruimte slechts drie maanden zou kunnen gebruiken, heb ik volmondig ‘ja’ gezegd tegen het aanbod – met daarbij meteen het idee om die maanden af te sluiten met een expositie. En zo geschiede. In dit blog neem ik je mee in het verhaal en het proces erachter.
Eerst wat context…
Exposities maken, tentoonstellingen vormgeven en musea inrichten is iets dat ik in de toekomst vaker wil doen. In musea kijk ik natuurlijk naar de tentoongestelde werken, maar ik hecht minstens zoveel belang aan de manier waarop iets gepresenteerd wordt. Hoe hangt of staat iets er? Hoe past hetgeen eromheen (de ruimte of een muur) bij het werk? Hoe is de verbinding tussen de verschillende ruimtes? Enfin, zomaar een paar dingen waarop ik vanzelf let.
In mijn werk benader ik dingen vanuit een concept; vandaaruit maak (en beoordeel) ik keuzes. Deze expositie wilde ik op eenzelfde manier aanpakken. Ik had nog nooit eerder een expositie gemaakt, maar ik zag het als een leuk experiment en als een opwarmertje voor de grotere dingen die ik wil bedenken en maken.
Dus! Ik heb de laatste huurweek gereserveerd voor het maken van deze expositie en een datum geprikt waarop mensen konden langskomen. Ik had vijf dagen de tijd om van een lege ruimte een mooie expositie te maken.
Ik wist al welke werken ik wilde laten zien: mijn serie ‘Verscheurde wereld’. Deze serie bestaat uit verscheurde krantenfoto’s die weer aan elkaar geplakt zijn. Toen ik daarmee begon in 2017, was het voor mij een manier om mijn frustratie over wereldleed te uiten. Door de foto’s te verscheuren en ze vervolgens weer aan elkaar te plakken, lijkt er iets te helen, en door de gescheurde stukjes vallen details me meer op en komt zo’n beeld nog veel meer binnen. Het houdt me scherp en gemotiveerd om van de wereld een mooiere plek te maken – óók met deze serie. (Iemand zei eens: “Jij kunt moeilijke dingen, die ik normaal ontwijk, op een mooie manier laten zien, waardoor ik het alsnog toelaat”). Een foto uit de serie zie je hierboven.
Lang verhaal kort, dit waren mijn ingrediënten: een lege ruimte van 55 m2, vijf dagen de tijd en een serie van verscheurde krantenfoto’s. Ik ging aan de slag.
Een beleving neerzetten
Op dag 1 van de expositie-week zijn de belangrijkste keuzes gemaakt. Wat wilde ik laten zien? Wat moest deze expositie vertellen? Ik wilde immers meer doen dan zomaar wat lijsten ophangen, ik wilde echt een beleving neerzetten. En heel belangrijk: ik wilde dat mensen geraakt zouden worden door wat ze zouden zien, maar toch hoopvol zouden vertrekken.
Op deze dag heb ik daarom, met hulp van vriendin en kunstenaar Caroline Vlot, al mijn ideeën gefilterd tot een concreet plan. Diezelfde dag nog fietste ik heel Utrecht af voor benodigdheden en maakte ik alvast een grove opzet voor hoe de ruimte eruit zou komen te zien (zie foto linksonder).
Werken selecteren
De tweede dag heb ik alle werken uit deze serie (zo’n vijftig) bekeken en bepaald wat ik waar zou laten zien. Ik had diverse manieren van presenteren bedacht: een rij ingelijste werken aan een muur, vier werken op sokkels en daarnaast liet ik alle werken nog in het groot langskomen op de beamer. Dergelijke selecties maken is altijd een geval van ‘kill your darlings’. Wat laat je wel en niet zien? En waar dan?
De beelden voor op de sokkels koos ik als eerste, namelijk 1) het eerste werk dat ik voor deze serie maakte, 2) een foto die ik heb verscheurd in het EO-programma ‘De Nachtzoen’, met daarbij een QR-code zodat mensen deze aflevering konden bekijken, 3) een kleine foto, om aan te geven hoe weinig aandacht onrecht krijgt, en 4) een foto uit de krant van de dag van de expositie zelf.
In de rij ingelijste foto’s wilde ik vooral een divers beeld laten zien wat betreft de inhoud (dus niet alleen krantenfoto’s waarop vluchtelingen te zien zijn) en wat betreft het visuele karakter: groot en klein en licht en donker afgewisseld.
Ook wilde ik mensen de ruimte geven om de foto’s van heel dichtbij te bekijken en te voelen. De ongebruikte werken besloot ik daarom op te hangen aan een nog lege muur, ook om mensen daarmee naar de beamer te ‘leiden’.
Op de beamer werden vervolgens álle foto’s in het groot getoond om ze zo weer op een heel andere manier door de bezoekers te laten ervaren. Wie bij de beamer stond, hoorde op de achtergrond steeds het geluid van een omslaande krant.
Oranje sokkels en krantenproppen
Bij deze expositie wilde ik mensen heel bewust maken van het feit dat de werken krantenfoto’s laten zien. Ook wilde ik laten merken dat wij de wereld verscheuren, dat we daar invloed op hebben. Met één van mijn eerste ideeën wilde dit heel letterlijk toepassen door de vloer met krantenpapier te bedekken, zodat bezoekers dit zouden stuk lopen. Dat idee heb ik echter al snel laten varen (want: niet mooi en krantenpapier is zwak, dus het effect zou na één bezoeker al weg zijn). Om toch bezoekers om de oren te slaan met het kranten-feitje, besloot ik om de ruimte te vullen met honderden krantenproppen. Overal waar je keek, zag je krantenproppen, waarmee ik als het ware een route creëerde. In de aanloop naar de expositie heb ik die kranten gespaard; in totaal is er een stapel van ongeveer 1,5 meter aan proppen gemaakt. (Het vouwen van deze proppen was héél veel werk. Het heeft me enorme spierpijn in m’n handen gegeven, maar dat was het dubbel en dwars waard).
In het gehele plaatje heb ik besloten om hetgeen de ruimte al had (bijvoorbeeld de oranje vloer en de ramen) voor me te laten werken en onderdeel te maken van de vormgeving. Zo heb ik vier sokkels gebruikt, voor ieder raam één, die ik in exact dezelfde kleur als de vloer geschilderd heb.
Introductie
De expositie was zo goed als klaar, maar er was nog één ding dat niet kon ontbreken: een introductie die bezoekers voorbereid op wat ze gaan zien, net als in musea. Mijn vriend, die mijn werk goed kent en iemand is die dergelijke dingen goed kan doorgronden én omschrijven, zorgde hiervoor. Die tekst raakt precies de juiste snaar, dus die wil ik nog even delen:
“Het werk van Daisy Ranoe is getekend door begaandheid met de mensen en de dingen die ze ziet. Vanachter haar blik volgt ze het licht naar onooglijke, onopvallende taferelen of portretteert ze mensen in gerustgestelde verstilling. Daarbij zoekt ze naar het eigene – de bloem die wij vergeten, de schaduwrand van materiaal, de sporen en de ingesleten tijd in ons gezicht. Met haar werk laat ze zien wat het is om als mens in de wereld te zijn.
In de serie ‘Verscheurde wereld’ trekt Daisy aan de rem van de machine van het nieuws. Ze bevrijdt beelden van menselijk leed uit de alledaagse maalstroom aan berichten. Deze beelden ontleedt ze, scheurenderwijs, even toevallig als de wijze waarop ze ons onder ogen komen – zo toevallig als het is dat niet wij het afgebeelde leed ondergaan. Daarna plakt ze de losse stukken aan elkaar, een bezigheid die zorg en nauwkeurigheid vraagt. Ook van de toeschouwer wordt dat gevraagd; het beeld is gebroken, elke breuk moet met de blik worden gehecht.
Het wereldleed past schijnbaar op een krantenpagina. Daisy weigert dat. Een ongescheurde krant zou juist een aanklacht moeten zijn.”
Expositie-dag
Na vijf dagen was het zover! De expositie was klaar om bezoekers te ontvangen. De eerste bezoekers waren er al voor tienen en dat liep de rest van de dag lekker door. En wat heb ik genoten!
Dat deze expositie me vooraf een leuk project leek, betrof vooral mijn verwachting van het maakproces – niet specifiek het exposeren. Dat vond dat echter veel en véél leuker dan ik had verwacht. Er kwamen bekenden en onbekenden, ik leerde nieuwe mensen kennen, kreeg heel mooie reacties en vond het ontzettend leuk om over mijn werk te vertellen. Deze dag was – onverwacht – echt de kers op de taart van een heerlijke week!
Zie onderstaande foto’s voor een impressie.
Aandenken voor bezoekers
Ik wilde bezoekers niet met lege handen laten weggaan. Daarom maakte ik kaarten met daarop een stukje van een krantenfoto, iedere kaart een stukje van dezelfde foto (zie foto hieronder). Met dit aandenken wil ik bezoekers nogmaals laten ervaren welke details ik zie als ik de stukjes van een foto bij elkaar zoek en aan elkaar vastplak. Ik vind het een mooi idee dat elke bezoeker een stukje van dezelfde foto heeft; ik hoop dat het hen stimuleert om van de wereld een mooiere plek te maken.
Op naar meer!
Inmiddels zijn we een paar maanden verder. Ik kijk er nog steeds met een brede glimlach op terug, dus dat zegt denk ik genoeg. Of ik dingen anders zou doen? Tuurlijk. Maar het is een zeer geslaagd experiment en de opgedane kennis neem ik mee naar een volgende expositie – want die komt. Als er iets duidelijk is, is dat het wel!
Op naar de volgende!
–
Wil je meer weten over de expositie? Demi van Studio Zeeslak heeft me op de dag voor de expositie gefilmd en vragen gesteld. In de video beantwoord ik vragen als ‘Waarom is de manier waarop het werk geëxposeerd wordt zo belangrijk voor je?’ en ‘Wat vind je van de selectie die kranten maken?’ en ‘Welk gevoel wil je mensen meegeven met je expositie?’. Je kunt de video hier bekijken.